Stage

Ervarings- en plaatsingsstage

Het onderwijs op het Praktijk College sluit zoveel mogelijk aan bij het werk 
op de arbeidsmarkt. Maar het ‘echte’ werk kan alleen geoefend worden
binnen het bedrijfsleven.
Daarom gaat de leerling op stage.

Er zijn 2 soorten stages:
• de ervaringsstage, om kennis
te maken met de
“echte” werksituatie.
• de plaatsingsstage, om een arbeidscontract te krijgen.

Voor stage moet een leerling minstens 14 jaar zijn. Meestal is hij ouder. De start van de stage is afhankelijk van de persoonlijke ontwikkeling van de leerling en van een beschikbare, passende stageplaats.

De stage start meestal met 1 dag
per week en wordt stap voor stap
uitgebreid tot 4 dagen.
 

Vakrichtingen

Consumptief
In deze richting ligt de nadruk op koken, warenkennis en hygiëne (HACCP).

Facilitaire dienstverlening
Bij het vak facilitaire dienstverlening wordt de leerling voorbereid op werk
in een magazijn, drukkerij, winkel, schoonmaakbedrijf, etc.

Techniek 
De leerling kan kiezen voor metaalbewerking/mobiliteit of schilderen/houtbewerking. 

Groen
In deze richting wordt de nadruk
gelegd op de aanleg en het onderhoud van tuinen en plantsoenen
en de groenten- en bloementeelt.

Organisatie

Contacten met ouders

Het Praktijk College vindt goed contact met de ouders heel belangrijk. Samenwerking tussen school en ouders is goed voor de prestaties en het welzijn van de leerling. Nieuwsgierig op welke manieren het Praktijk College ouders van diverse zaken op de hoogte stelt? Klik dan HIER

Organisatie

Het onderwijs op het Praktijk College is in drie fasen verdeeld:
• onderbouw:     leerjaar 1 en 2
• middenbouw:  leerjaar 3
• bovenbouw:    leerjaar 4 en 5

Onderbouw

Wanneer een jongere tot de school wordt toegelaten is hij meestal 12 of 13 jaar oud.
De leerling krijgt in het eerste en tweede leerjaar alle praktische vakken aangeboden.

Dit zijn:
• consumptief (koken, brood- en banketbakken)
• techniek (hout, schilderen, metaal, klussen in huis)
• groen  (tuinaanleg en -onderhoud)
• facilitair (dienstverlening)

Daarnaast wordt veel aandacht besteed aan de algemeen vormende vakken en programma’s
voor de ontwikkeling van sociale vaardigheden en zelfredzaamheid.
Ook worden culturele en kunstzinnige vorming, gymnastiek, verkeer en computerles gegeven.
 

Middenbouw

Voor het derde jaar maakt de leerling een keuze uit een blok van twee praktijkvakken. Hij kan kiezen uit de praktijkblokken consumptief/facilitair of groen/techniek.
'Consumptief' bestaat uit de onderdelen koken en HACCP en 'facilitair' uit dienstverlening, winkel en schoonmaak in de groothuishouding en VCA (veiligheidscertificaat).
'Groen' bestaat uit de onderdelen onderhoud en aanleg van tuinen en VCA en 'techniek' uit hout, schilderen, metaal, mobiliteit en VCA.
Veel aandacht wordt in het derde jaar besteed aan de voorbereiding op stage. Dit gebeurt door het verbeteren van de arbeidsattituden, een programma over stage en werk en bedrijfsbezoeken.
In de tweede helft van het schooljaar kan de leerling zijn stage-geschiktheidsbewijs behalen. Als hij dat heeft, start het stage-traject. Om te bepalen of deelname aan Entreeopleidingen mogelijk is, worden reken- en taaltoetsen afgenomen in het 3e leerjaar.

 

Bovenbouw

In het 4e, 5e en soms 6e leerjaar kan de leerling vakgerichte diploma’s en/of certificaten behalen.
De lessen en stages zijn gericht op het vergroten van de praktische vaardigheden en vakkennis.
Het einddoel is een arbeidscontract.
Een geselecteerde groep leerlingen wordt met de Entreeopleidingen voorbereid op vervolgonderwijs MBO2.